War Jesus Caesar? – Heroriëntatie – Samenvatting


Nederlandse vertaling van «War Jesus Caesar?»
Tussenhoofdstuk

© 1999 Wilhelm Goldmann Verlag, München
in der Verlagsgruppe Bertelsmann GmbH

Ex Germanica in Batavam linguam transtulit Tommie Hendriks


redi ad samenvatting
redi domum
Excursie
__________________________________
Heroriëntatie

p. 162–164

SAMENVATTING

Divus Julius

Gods zoon was Caesar van geboorte: de Iulii leidden, zoals bekend, hun afstamming van Venus af – via Aeneas en diens zoon Askanios, door de Romeinen ook Ilus of Iulus genoemd. Als knaap moest hij Flamen Dialis, hogepriester van Jupiter worden, maar politieke tegenstand belette dit. In plaats van hogepriester werd hij weldra de hoogste priester: pontifex maximus. En nog tijdens zijn leven was besloten, dat hij, inmiddels wereldheerser, na zijn overlijden als god onder de goden zou worden opgenomen – als Divus Iulius. Zelfs zijn vermoording vermocht dit niet te – verhinderen: zijn geadopteerde zoon Octavianus kon zich spoedig Divi Filius, zoon van god noemen – waardoor Caesar tot de vadergod was geworden, gelijk aan Jupiter.
   Voor hem werden in het gehele rijk en zelfs daarbuiten eigen tempels gebouwd: de caesarea. Daarnaast was hij synnaos aan alle andere godheden, d.w.z. zijn standbeeld moest ook in elke andere tempel staan – een tolerante, monotheïstische god.
   De liturgie bestond uit het vieren van de verjaardagen van zijn overwinningen, die als wonderen werden geprezen. En daar hij er meer dan driehonderd had behaald en er voor de grootste overwinningen meer dan één dankdag was vastgesteld, viel er dagelijks wat te vieren. Zijn postume overwinning echter, werd zijn allergrootste feest, de zege, die zijn rondwalende demon na de iden van maart (de 15de) op zijn moordenaars behaalde: verraad, lijdensgeschiedenis, bijzetting, furor populi, apotheose – zijn Pasen.
   Deze wereldomspannende cultus verdwijnt, opvallend onopvallend, als door de aardbodem opgeslokt, wanneer het christendom opduikt. Maar ze verdwijnt niet spoorloos, want met Pasen, dat zoals de iden van maart in het voorjaar valt, volgt de christelijke liturgie het ritueel van de bijzetting van Caesar. Zoals überhaupt veel van de keizerscultus door het christendom werd overgenomen. Ook is Rome nog steeds de hoofdstad van de christenheid en is het machtsgebied van Caesar altijd het hart ervan gebleven.
   Cultusboeken van Divus Iulius zijn niet bewaard gebleven. Over Caesar spreken de historici. Zij hebben hem als een man van de geschiedenis in ons bewustzijn verankerd. Veldheer, dictator, schrijver, levensgenieter, revolutionair – dat weet iedereen. Pontifex Maximus, zoon van god en god zelf – dat weten alleen de vaklieden. En ook die vergeten het. Divus Iulius is weggeknipt.

Jezus

En dan Jezus. Over hem spreken de historici met geen woord. Niemand kent hem. Eerste vermelding, indien niet geïnterpoleerd, bij Flavius Josephus, einde eerste eeuw. Van Jezus zijn alleen de cultusboeken bewaard: de evangeliën.
   Dienovereenkomstig is de historische existentie van Jezus tot op vandaag omstreden. Omdat de evangeliën geen geschiedboeken zijn, maar verkondiging, prediking, zijn ze vermengd met theologische, zedelijke en mondeling overgeleverde zaken. En wel in zo hoge mate, dat de regelmatig ondernomen pogingen om vat te krijgen op de achterliggende, historische Jezus allemaal schipbreuk lijden; lijden moeten: want men is op de reductiemethode aangewezen, wil men achterhalen wat van de woorden en daden van Jezus echt en wat niet echt is. Bij gebrek aan objectieve aanknopingspunten bij de geschiedschrijvers zoekt elke onderzoeker naar believen zijn eigen handvat uit: het onderzoek van het leven van Jezus wordt het speelterrein van allerlei projecties.
   Daar er in de Oudheid net zo veel vergoddelijkte mensen als vermenselijkte goden bestonden, maken sommigen van Jezus een mythologische figuur, à la Heracles, Dionysos, Adonis of Osiris, anderen zien in hem een mens die god is geworden, zoals Alexander, de Ptolemaeën of de Romeinse keizers. Zelfs bij de conservatieven heerst onenigheid over de uitkomst van de reductie: nu eens is hij de barrevoets wandelende profeet, de kleine Nabi uit Galilea, een van de vele geëxecuteerde wereldverbeteraars, die het geluk had postuum voor de Messias te worden gehouden, dan weer het woord van God, Jahweh zelf in zijn onstoffelijke heerlijkheid, louter forma mentis, de pure geest, die langzamerhand een aards lot werd toegedicht. Nu eens een nobody, dan weer een niemand.
   Na de speculatie volgt de fantasterij: was hij een Essener, was hij een Zeloot, een collaborateur of een nationalist, was hij een revolutionair, een pacifist, een macho, een feminist, een goeroe, een therapeut, genoot hij in Egypte of in India zijn opvoeding? Do it yourself: Jezus om te knutselen.
   En probeert men uit schroom voor antwoorden, bij de vragen te blijven, dan worden deze steeds avontuurlijker: stierf hij werkelijk aan het kruis of was hij schijndood? Of stierf een ander voor hem in de plaats, Simon van Cyrene misschien? En Barabbas, was hij nu echt een moordenaar of toch een volksheld? En heette hij niet ook Jezus? Was hij een familielid, of Jezus zelf? En de opstanding, vond die nu wel of niet plaats, en hoe moeten we dit te begrijpen? En wie van de apostelen was nu de lieveling? Johannes? Lazarus misschien?
   Vragen over vragen – en nog altijd geen historische Jezus.

Complementaire asymmetrie

Objectief is vast te stellen, dat Caesar een historische figuur is, die als god spoorloos verdween. Van de god Jezus daarentegen, kan de historische persoonlijkheid niet worden gevonden.
   Een intrigerend spiegelbeeldig gegeven. Alsof het zou gaan om één en dezelfde persoon, om de twee gezichten van dezelfde Januskop. Zou het kunnen zijn, dat uit de verkondiging van Divus Iulius het evangelie is voortgekomen, dat zijn vaste vorm pas kreeg na het ontstaan van het christelijke Pasen? En dat men de historische versie van vóór die tijd, bij de klassieke schrijvers kan lezen? Dat Jezus derhalve Divus Julius is, zoals de oostelijke spiegel hem naar het westen reflecteerde? Is Jezus de icoon van Caesar? Verhoudt het evangelie van Jezus zich tot de biografie van Caesar als de eerste christelijke kerken tot de antieke tempels, op de fundamenten waarvan die kerken zijn gebouwd?