Ons Utrecht – Ton van den Berg


[ redi ad Echo ]


Ons Utrecht – Woensdag 16 januari 2008 – Ons Interview – p.14–15

“Het gangbare verhaal over Jezus, dat kan niet kloppen”

De ongelovige, trotse Tommie Hendriks


door TON van den BERG

Journalist Ton van den Berg praat wekelijks met bekende en onbekende (provinciale) Utrechters over het wel en wee in stad en regio. Dit keer met de psycholoog en auteur Tommie Hendriks (64) van wie binnenkort een boek verschijnt met een gedetailleerd verslag van de moord op de Romeinse staatsman en veldheer Julius Caesar.

Zijn van huis uit katholieke ouders waren bang dat hij het geloof in God zou verliezen, en daarom mocht hij niet studeren. Tommie Hendriks: “Mijn moeder knipte uit de krant allerlei advertenties voor baantjes en liet me solliciteren. Maar ik had allang mijn twijfels over de Bijbel met z’n Nieuwe Testament die een vergevingsgezinde God laat zien, in tegenstelling tot het Oude Testament waarin God een wrede en autoritaire figuur is.”

Op z’n 21e, volwassen voor de wet en dus het recht zelf te mogen kiezen, ging hij toch studeren. Het werd psychologie en geen filosofie wat hij eigenlijk wilde. En zo kwam hij toch zijn ouders enigszins tegemoet. “Maar ik koos bewust voor functiepsychologie oftewel experimentele psychologie omdat die tak voor mij toch het dichtste bij filosofie kwam.”
Vanuit zijn studie vond hij een baan op het Psychologisch Laboratorium van de Universiteit Utrecht, waar ook de bekende publicist Piet Vroon werkte. Hendriks kwam er, onder invloed van hoogleraar Ep Köster, in aanraking met het onderzoek naar de effecten van reuk en geur op mensen. In zijn werk behandelde hij talloze patiënten die met geurstoornissen kampten als gevolg van ongevallen of virale infecties.
Filosofische levensvragen kwamen in het Psychologisch Lab wel eens aan de orde, maar jaren later pas zou Hendriks weer geconfronteerd worden met zijn twijfels over de Bijbel. “Via mijn belangstelling voor de historie van de stad Utrecht, las ik veel over geschiedenis en zo kwam ik in een publicatie iets tegen over ene Francesco Carotta, een Italiaan in Duitsland, die beweerde dat Jezus Christus eigenlijk een overlevering was van Julius Caesar. ‘Zulke onzin wil ik wel eens lezen’, dacht ik meteen en heb dat boek, dat in het Duits geschreven was, over laten komen.”
Hendriks las het boek, niet één maar twee, drie keer. Het bleek precies in te spelen op zijn eigen twijfels: “Het gangbare verhaal over Jezus, dat kan niet kloppen. Ik kan niet geloven dat iemand die zo’n softe taal sprak in een woestijn aan de rand van het Romeinse rijk, dat die een wereldreligie zou stichten. Er moest iets anders zijn geweest en die Carotta legde feilloos uit, met verwijzing naar authentieke bronnen, welke parallellen er zijn met het leven van Julius Caesar. De conclusie: Jezus, dat was Caesar.”

GEHEIM

Hendriks was onder de indruk van het boek, maar kreeg het gevoel dat hij een geheim met zich meedroeg. Dit moesten meer mensen lezen, vond hij, en maakte een vertaling van het boek in het Nederlands en droeg bij aan de Engelse vertaling. “Dat ik Carotta naar Nederland heb gehaald is één van de vier dingen in mijn leven waar ik extra trots op ben. Waarom? Omdat het dingen waren waarbij ik het genoegen heb mogen smaken dat ik het zelf was die in een eenmansactie iets voor elkaar kreeg.
Soms duurde het jaren, maar als het lukte was ik daar trots op. In de tuin achter de Bruntenhof bijvoorbeeld staat een beeld van de Utrechtse schrijver CCS Crone. Ik heb daar via het Utrechts Monumenten Fonds (UMF), waar ik lange tijd in het bestuur heb gezeten, heel hard aan moeten trekken. Ik heb zelf de beeldhouwer Hans Bayens zover gekregen dat hij voor weinig geld dat beeld maakte en bij de onthulling hadden we Simon Carmiggelt, die Crones werk goed kende, die een toespraak hield. Wethouder Van Willigenburg had mijn voorzitter gevraagd ‘Hoe krijgt dat UMF dat allemaal voor elkaar?’ Gewoon, door door te zetten.”
De andere ‘dingen’ waar Hendriks extra trots op is? Toen het UMF in de jaren tachtig in financiële moeilijkheden kwam, dreigden ambtenaren van de gemeente de organisatie over te nemen. Via een lobby van Hendriks richting burgemeester Vos, die voorzitter werd, kon dat worden voorkomen. En in de jaren negentig zorgde de psycholoog ervoor dat de kastanjebomen op de Neude niet werden gekapt.
“Als kind had ik vaak vanuit het huis van mijn oma in de Voorstraat naar die bomen op de Neude zitten kijken. Ik kon niet verkroppen dat die moesten wijken om er een kaal plein van te maken. Gelukkig ontdekte ik dat het bomen waren die meteen na de oorlog als bevrijdingsbomen waren geplant. Dat was een goede argumentatie, toen nog, om zoiets tegen te houden.”
Het huis in de Voorstraat is voor Hendriks nog altijd een bijzondere plek. Zijn aanwezigheid daar als baby in een kinderwagen zorgde ervoor dat een joodse onderduiker op tijd werd gewaarschuwd en zich kon verbergen.
“Mijn moeder had mij in de wagen op de gang gezet, uit de buurt van een zusje van haar. Maar dat zusje zocht mij toch op en toen zag ze die mannen, later bleken het Nederlandse politieagenten, op de trap die een razzia hielden. Zusje schreeuwde de heleboel bij elkaar van schrik en zo kon meneer Asscher, die boven in een kamertje woonde met een vriendin, zich nog op tijd verbergen.”

PIKDONKER

“In de Voorstraat, of eigenlijk in de zijstraat ervan: de Slachtstraat, hadden mijn ouders, Joop en Truus, elkaar toevallig ontmoet bij de brievenbus. Het was avond en vanwege de verduistering in de oorlog was het pikdonker. Later, toen zij inging op zijn uitnodiging naar de film te gaan, zag hij in het licht van de bioscoop dat ze rood haar had.”
Joop en Truus trouwden, voor de kerk was dat op 27 januari 1942, zowat de koudste dag van de vorige eeuw. In de Willibrorduskerk vroor het en familie van vaderskant, die uit Vleuten waren komen lopen, werden onwel van de kou en moesten worden opgenomen in het ziekenhuis.
Tommie Hendriks werd geboren in 1943, nadat Truus eerst een miskraam had gehad. ‘Jo, ik kan geen kinderen krijgen’, had ze toen geschreeuwd. Maar het kwam toch goed, er volgden na Tommie nog twaalf kinderen.
De Utrechter Hendriks heeft in zijn paspoort als geboortestad Amsterdam staan. “Mijn ouders waren in de Dapperbuurt in Amsterdam gaan wonen omdat mijn vader als machinist van de NS daar gestationeerd was. Na de oorlog zijn we teruggekeerd naar Utrecht en hebben in Hoograven gewoond waar ik op de St. Jan de Doperschool zat van hoofdmeester Hermans. Van die school ging ik met drie andere leerlingen: Dick van Hees, Jos Staatsen en Ton van Oostrum naar het Bonifaciuslyceum waar ik de HBS deed. Liever was ik naar het gymnasium gegaan waar je ook oud-Grieks en Latijn leerde. Het Paternoster (Onzevader, red.) kon ik zo opzeggen in het Latijn, maar mijn ouders vonden die richting niet nodig omdat ik beter iets praktisch kon leren waarmee ik mijn brood kon gaan verdienen.”
Eind jaren negentig volgde Hendriks een studie Latijn die nog leidde tot een bijzonder boekje met tekst en uitleg van Latijnse opschriften op en rond oude Utrechtse panden. En de studie zorgde ervoor dat hij nog beter in staat was een vertaling te maken van het boek van Carotta dat veel verwijzingen kent naar geschriften in het (oud-)Grieks en het Latijn.
De talloze sceptici die de verwantschap tussen Julius Caesar en Jezus Christus onverbiddelijk naar het rijk der fabelen verwijzen, hebben Hendriks niet doen verstommen. Integendeel, onder aanvuring van zijn vriend en journalist Jan van Friesland, die voor de VARA-tv de documentaire ‘Het Evangelie van Caesar’ maakte, heeft hij de gebeurtenissen rond de moord op Caesar op 15 maart 44 v. Chr. tot in detail uitgepluisd en bijna tot op de minuut beschreven, en daarmee opnieuw allerlei verbanden gelegd met het leven van Jezus Christus. Een voorbeeld is de vergoddelijking van Caesar op de derde dag na zijn dood door de Romeinse bevolking wat zou staan voor de herrijzenis van Christus.
Hendriks is al maanden klaar met schrijven en het boek ‘Rouw en Razernij om Caesar’ had al in de winkel moeten liggen. “Er waren problemen met het afdrukken van oud-Griekse woorden. De software moest daarvoor worden aangepast,” zegt de auteur. “Het wordt waarschijnlijk maart. Op zich wel toepasselijk dat het dan uitkomt in de maand waarin Caesar vermoord werd.”

____________



[ Op het Forum kunt u uw mening daarover geven, ook in het Nederlands: ]

[ forum ]

[ meer weten ]