Nederlands Dagblad – Wim Houtman


[ redi ad Echo ]


Nederlands Dagblad – 3 november 2007 – p.1 en 2

‘Jezus is Caesar’, binnenkort op tv

Was Jezus in werkelijkheid Julius Caesar? Tv-maker Jan van Friesland blaast een bijna vergeten boek van vijf jaar geleden nieuw leven in

door WIM HOUTMAN


UTRECHT - Is Francesco Carotta de Galileo van de 21e eeuw? Zelf gelooft de Italiaans-Duitse taalkundige heilig in zijn theorie, dat Jezus Christus als historische figuur in feite Julius Caesar is.

Hij bespeurt zoveel overeenkomsten, dat volgens hem van toeval geen sprake kan zijn. De levensverhalen van Jezus en van Caesar vallen vrijwel samen, vanaf het begin van hun publieke optreden bij een rivier (Rubicon, Jordaan) tot en met hun gewelddadige dood (neergestoken, gekruisigd) door toedoen van een verrader (Brutus, Judas).

Alle bekende uitspraken van Jezus zijn ook bij Caesar te vinden en tal van namen klinken ongeveer hetzelfde, volgens Carotta.

Zijn boek Was Jezus Caesar? verscheen in 2002 in Nederland, baarde opzien, maar raakte ook snel weer vergeten. Maar tv-maker Jan van Friesland blaast de theorie sinds deze week nieuw leven in. Zijn documentaire Het evangelie van Caesar ging gisteren in première en wordt later door de VARA op tv uitgezonden, waarschijnlijk ergens volgend jaar.

Als Carotta gelijk heeft, zou dat een omwenteling in de westerse beschaving betekenen vergelijkbaar met de ontdekking van Galileo, zei onder meer filosoof Paul Cliteur destijds over het boek.

Galileo verkondigde begin zeventiende eeuw dat de aarde om de zon draait, en niet andersom. Hij werd niet geloofd en als ketter in de kerkelijke ban gedaan. Pas later brak het besef door dat hij gelijk had en kantelde het algemeen aanvaarde wereldbeeld.

Veel bijval krijgt Carotta voorlopig nog niet. Het Nederlands Bijbelgenootschap nam gisteren - in een zeer ongebruikelijke verklaring - afstand van zijn boek en van de documentaire. Het boek is excentriek, zo excentriek dat het zichzelf buiten discussie plaatst. Het is ,,fictie vermomd als wetenschap'', aldus het NBG.

Caesar gold ook als ‘zoon van god’, van de godin Venus. Volgens Carotta is zijn levensverhaal in Palestina terechtgekomen via Romeinse oorlogs-
veteranen die daar een kolonie stichtten. Van Gallië maakten ze Galilea, Caesars overwinningen werden Jezus’ wonderen, ‘belegerden’ werden ‘bezetenen’, Caesars lauwerkrans werd Jezus’ doornenkroon.

Via kleine foutjes bij het overschrijven is Caesars levensverhaal zo in het evangelie van Jezus ‘gemuteerd’, zegt Carotta – dat woord verwijst naar de evolutietheorie, waarbij de ene diersoort via kleine aanpassingen een andere diersoort wordt.
Vandaar de overeenkomsten in namen: Caesar behaalde zijn eerste zege in Corfinium, Jezus deed zijn eerste wonder in Kafarnaum.

Beiden hadden nachtelijke ontmoetingen: Caesar met Nicomedes, Jezus met Nicodemus. In beide verhalen is er iemand die zijn handen in onschuld wast: Lepidus en Pilatus. De naam Christus zou een verhaspeling zijn van Archiereus Megistos, Grieks voor ‘hogepriester’, een eretitel die in Latijnse versie voor Romeinse keizers werd gebruikt.

‘Een zoektocht naar de ware Christus’, is de ondertitel van de documentaire van Jan van Friesland. Maar de film heeft niet het karakter van een zoektocht, want Carotta heeft alle antwoorden al en Van Friesland tekent ze op. Het is ook geen analyse, met voor- en tegenstanders. De film is meer een twee uur durend college, met lichtbeelden die het betoog ondersteunen.
Carotta, een taalkundige, kwam in 1989 op het idee van de gelijkenis tussen Caesar en Jezus.  Hij vertelt met de gedrevenheid van iemand die steeds meer in de greep van zijn eigen theorie is geraakt. Steeds meer weet hij in die gelijkenis onder te brengen.
Zo ziet hij het Veni, vidi, vici van Caesar (‘Ik kwam, ik zag, ik overwon’) terug bij de blinde die Jezus genas: ‘ik kwam, ik waste me en ik kon zien’.
De namen van de speciale vrouwen in het leven van Caesar en Jezus komen dan wel niet overeen, maar Carotta weet ze in verband te brengen: ‘magdala’ in Maria Magdalena betekent ‘toren’ en Cleopatra was koningin van Alexandrië, een stad die bekend stond om zijn vuurtoren.

Herkomst
Wat is dan het ‘evangelie van Caesar’, als hij in feite Jezus was? Gerard Janssen, classicus en leraar aan het Piter Jelles Gymnasium in Leeuwarden, legde het gisteren uit. Hij is een van de medestanders die in de film aan het woord komen, naast een Griekse cultureel antropoloog en een Spaanse priester, die vindt dat christenen zich in de herkomst van hun geloof moeten verdiepen.
,,We zijn mensen samen met elkaar en we moeten er iets van maken’’, dat is volgens Janssen de erfenis van Caesar voor nu. Naastenliefde en barmhartigheid, je vindt het bij Caesar.

Hij had zijn vijanden lief en herstelde hun posities in ere. Dat werd zijn einde: ze staken hem dood. Zoals Jezus de dood vond bij mensen die Hij kwam redden. Ze kwamen wel op verschillende manieren aan hun eind, maar er is een opvallende parallel: drie dagen na Caesars dood werd een wassen pop die hem moest voorstellen, aan een soort kruis omhooggeheven, om het volk van Rome te laten zien wat hoge heren met hun keizer hadden gedaan. Dat was het werk van zijn trouwe volgeling Marcus Antonius.
Uit die rouwplechtigheid is het kruisigingsverhaal ontstaan, zegt Carotta.
Jan van Friesland is door hem gegrepen. Hij heeft, nadat hij het boek had gelezen, vier jaar aan de documentaire gewerkt. Hij is op het Friese platteland opgegroeid, zijn ouders zaten bij een vrij-evangelische huisgemeente. Hij wil deze boodschap vertellen, ook al zal het voor veel mensen nu nog te revolutionair zijn, denkt hij.
Slechts twee figuranten geven in de film even tegenspel. Een priester zegt: het zou kunnen, wat u allemaal zegt, maar je moet er wel een heel sterk geloof voor hebben. En een puber, leerling van Janssen, die op zijn buurman in de klas wijst: ,,Hij heet David, mijn tweede naam is David, zijn wij dus dezelfde? Ik zie de theorie niet als waar, omdat ik de Bijbel wél als historisch boek beschouw.’’

-----------------------
Bezwaren
Rob van Houwelingen, nieuwtestamenticus aan de vrijgemaakt-gereformeerde Theologische Universiteit in Kampen, heeft in hoofdzaak drie bezwaren tegen de theorie ‘Jezus=Caesar’:
,,Carotta zet de hele Joodse context van het optreden van Jezus opzij. Hij kijkt alleen naar het Romeinse rijk van Jezus’ tijd, en niet naar de eeuwenoude belofte waarmee Israël leefde, dat er een Messias zou komen.’’
,,Het christendom is in de eerste eeuwen door allerlei Romeinse denkers bestreden. Waarom heeft niemand van hen deze theorie opgediept? Maar nee, het moest twintig eeuwen duren voordat ene Francesco Carotta erachter kwam.’’
,,Mijn belangrijkste bezwaar: Carotta zegt dat er uit de eerste twee eeuwen geen historische bronnen zijn die het bestaan van Jezus vermelden. Maar daarmee negeert hij de vier evangeliën. Zo gaat dat steeds bij zulke ‘complottheorieën’: eerst zet men de Bijbel buitenspel en vervolgens worden allerlei veel vagere bronnen ineens als betrouwbaar aanvaard. Zo creëer je je eigen waarheid.’’
Van Houwelingen heeft overigens op zijn beurt ook een theorie over Carotta. Vanwege de naamverwantschap denkt hij dat Carotta – Italiaans voor ‘wortel’ – in werkelijkheid Willy Wortel is, een figuur uit de Donald Duckverhalen. ,,Die deed ook de meest onmogelijke uitvindingen.’’


—————————
NOTA BENE: Ich werde diese Besprechung nicht kommentieren. Nur eines kann ich mir nicht verkneifen: mich bei Rob van Houwelingen zu bedanken.
Der Möchtegernspaßvogel fühlt sich so sicher! Er glaubt zu wissen, daß ‘Carotta’ das italienische Wort für ‘Wurzel’, also ‘Karotte’ sei. Naheliegend, nicht? Aber Pech gehabt! Denn jeder Italiener – wovon einige auch in Holland leben, die er einfach hätte fragen können, bevor er sich blamiert – weiß, daß das italienische Wort für Karotte ‘carota’ ist, mit einem ‘t’, und daß daher die Italiener, die es sehr genau nehmen mit den doppelten Konsonanten, und sie anders aussprechen als die einfachen, die beiden Wörter nie verwechseln würden, genausowenig wie ‘pappa’ (Brei) und ‘papa’ (Papst) – wohl aber ein Ausländer. Auch der o-Laut ist unterschiedlich, geschlossen in ‘Carótta’, offen in ‘caròta’, und daher für italienische Ohren genausowenig verwechselbar wie ‘bótte’ (Faß) und ‘bòtte’ (Prügeln). ‘Carotta’ hingegen ist ein venezianischer Name, der ‘Rothaus’ bedeutet, und existiert in anderen Varianten, etwa ‘Casarotta’ oder ‘Carossa’ (wovon ein Namensvetter bekannt ist, der deutsche Dichter Hans Carossa) – wg. ‘rotto’, altertümliche Form von ‘rosso’ = ‘rot’; so wie ‘Canova’ dasselbe bedeutet wie ‘Casanova’ (auch zwei bekannte Namen), nämlich ‘Neuhaus’ – wg. venezianischem ‘ca’ = ‘casa’ = ‘Haus’. Das würde man schnell in Erfahrung bringen, wenn man nur nachdenken und sich informieren würde, bevor man schreibt – was natürlich viel weniger Spaß macht, als irgendeinen naheliegenden Quatsch von sich zu geben, dabei hoffend, daß alle Leser genauso ahnungslos sind, wie der Schreiber selbst. Was aber auch ins Auge gehen kann. Er ahnt nicht der Gute, daß er gerade eine Volksetsymologie gemacht hat, von derselben Sorte wie jene, die man bei den Evangelisten findet. Denn eines muß man Van Houwelingen lassen: Er hätte einen guten Evangelisten abgeben können. Markus hat es nämlich nicht anders gemacht, als er Asinius Pollio in einen Eselsfohlen verwandelte, wie Van Houwelingen, als er Carotta in eine Karotte. Und daß solche Verwechselungen naheliegend sind, dafür hat unser Ahnungsloser gerade den Beweis erbracht. Danke.

Auch die “ernsthaften” Apriori-Argumente von Van Houwelingen greifen nicht:
– Ad 1: Er hat anscheinend übersehen, daß es Juden auch in Rom gab, namentlich bei der Beisetzung Caesar (cf. Suetonius).
– Ad 2: Die alten Autoren sprechen immer nur vom Besonderen, nie vom allgemein Bekannten, daher kann man auch nicht erwarten, daß die, die es noch wußten, darüber sprechen. Außerdem wurden nicht nur die Christen verfolgt, sondern auch die Anhänger des Divus-Julius-Kultes, der nicht zufällig im Bürgerkrieg entstand.
– Ad 3: Daß die Evangelien eine historische Quelle sind, das war bis dato ein Glaubenssatz – was erst durch die Entdeckung daß der historische Jesus zu seinen Lebzeiten Caesar war, bewiesen werden konnte.
Im übrigen: Wenn er recht hätte, und Jesus eine von Caesar unabhängige historische Gestalt wäre, müßte er dann die auffälligen Parallelen zwischen den beiden erklären: Die Beweislast würde dann bei ihm liegen.

[ Op het Forum kunt u uw mening daarover geven, ook in het Nederlands: ]

[ forum ]

[ meer weten ]