Brabants Dagblad – Jan Meulemeesters


[ redi ad Echo ]


Brabants Dagblad – Maandag 9 december 2002

Italiaan Carotta wekt verbijstering met taalspelletjes

‘Jezus geënt op Julius Caesar’

door JAN MEULEMEESTERS

Maandag 9 december 2002 – Francesco Carotta veroorzaakte in 1999 opschudding door in een Duits boek te beweren dat Jezus geënt is op leven en dood van de Romeinse keizer Julius Caesar. De Nederlandse bewerking is nu uitgekomen bij uitgever Aspekt.

De Italiaan Francisco Carotta las een boek met afbeeldingen van de Romeinse keizer Julius Caesar, toen hij een treffende gelijkenis zag tussen een beeld van Caesar ná zijn ver-moording uit het museum van Torlonia, en de piëta, de man-van-smarten-afbeelding van Jezus. Tien jaar lang zocht én vond filosoof-taalkundige-automatiseerder-uitgever Carotta meer gelijkenissen in de levens van beide personen. En tussen het Marcus-evangelie en de geschiedschrijving van Asinius Pollio, Appianus en Plutarchus. En hij schreef er een boek over.
Al bij het bekijken van afbeeldingen van Caesar op munten in het eerste hoofdstuk bekruipt je een gevoel van teleurstelling: de gelijkenis met de piëta valt tegen, de begeleidende tekst is nodeloos ingewikkeld. Het gegoochel met (mede)klinkers vanuit het Aramees naar het Grieks en latijn kan alleen voor ingewijden overtuigend overkomen. Met zijn woordspelletjes laat Ca-rotta zelfs het kruis verdwijnen in een brandstapel, en de lanssteek in Jezus’ zijde wordt een dolkstoot, zoals bij Caesar.

Uitvoerig beschrijft hij de crematie van Caesar en de rol daarbij van een T-vorm met triomftekens, die geleidelijk verandert in een kruis. Hij benadrukt dat Caesar na zijn dood door senaat, volk en opvolgers als god wordt vereerd in caesarea: tempels. Er is zelfs een soort liturgie waarbij Caesars 300 wonderlijke overwinningen worden opgesomd.
Carotta wijst er op dat die cultus plotseling verdwijnt bij de opkomst van het christendom. Aan de andere kant worden de historische bewijzen voor het bestaan van Jezus alom aangevochten. Vanwege latinismen in zijn Griekse tekst veronderstelt hij dat Markus zijn eerste evangelie in Rome schreef, in het latijn. Zonder verder bewijs beweert hij dat caesarea zijn omgevormd tot kerken, Venustempels tot Mariaoorden en beelden van triomfators tot heiligen.

Caesars beroemde uitspraak na de zege bij Zela ‘Veni, vidi,vici’ : ik zag, kwam en overwon, zou in het evangelie zijn verbasterd tot de genezing van een blinde bij de tempelvijver in Siloah.
Het ezelsveulen uit het evangelie zou een verkeerde verta-ling zijn van de naam van een metgezel van Caesar: Asinius Pollio. Blinden en lammen in het evangelie zou een vertaling zijn van metgezellen van Caesar met de voornamen Caecilius en Claudius. Hij herleidt de bekering van Levi en de overspelige vrouw tot de vrijspraak door Caesar van de mooie Claudius, die overspel zou hebben gepleegd in Caesars huis. Zo verklaart hij het ene na het andere wonder uit de historie van Caesar.
Daarbij reikt Carotta echter ook de argumenten aan voor de ondermijning van zijn theorie. Als zo gemakkelijk medeklinkers van andere klinkers kunnen worden voorzien, zou er ook iets heel anders kunnen staan.
Het boek is bovendien voor een buitenstaander bijna onleesbaar, door het gegoochel met Griekse en latijnse letters.

[ Op het Forum kunt u uw mening daarover geven, ook in het Nederlands: ]

[ forum ]

[ meer weten ]